“Ik merk dat studenten enthousiast zijn.”
Derek Karssenberg
Sinds enkele jaren past Derek Karssenberg flipped teaching toe in de mastercursus Land Surface Process Modelling. De studenten zijn enthousiast, en Karssenberg zelf ook.
Studenten enthousiast
In het vak Land Surface Process Modelling leren studenten om ruimte-tijdmodellen te maken van processen in het landschap. “Dat kan bijvoorbeeld een hydrologisch model zijn, waarin je laat zien hoe het water stroomt, of een model voor vegetatiegroei, of een erosiemodel: hoe bereken je landdegradatie?” zegt docent Derek Karssenberg. “In dit vak leren ze de theorie en de praktijk van modellen maken. Ze leren ook programmeren. Aan het eind voeren ze een case study uit, waarbij ze zelf een model maken en een kort verslag schrijven.”
Derek Karssenberg, die naast docent ook facultaire Teaching Fellow Blended Learning was, past sinds enkele jaren flipped teaching toe in deze cursus: de kennisoverdracht vindt plaats via online hoorcolleges, de contacturen worden interactiever en zorgen voor verdieping van de stof. “Ik geef de cursus al een aantal jaren. Aanvankelijk was hij klassiek van opzet, met hoorcolleges en practica. Eenderde van de hoorcolleges heb ik nu vervangen door e- lectures. De resterende hoorcolleges werden responsiecolleges. Ik gaf studenten van tevoren een opdracht mee. Ze moesten thuis een e-lecture met theorie beluisteren en op basis daarvan iets presenteren tijdens het responsiecollege. Dat kon een case studyzijn op basis van de theorie, of ze konden de theorie zelf presenteren. Eén responsiecollege had ik gereserveerd voor het beantwoorden van vragen, maar er waren niet zo veel vragen. Het geven van opdrachten werkt beter, merk ik.”
Meerwaarde voor student en docent
Dit jaar zijn in de cursusevaluatie extra vragen toegevoegd om te testen of de e-lectures voor de studenten meerwaarde hebben bij het begrijpen van de lesstof. Ruim 92% beaamt dat. Het vak is beoordeeld met een 8.
“Ik merk dat studenten enthousiast zijn,” zegt Karssenberg. “Blijkbaar vinden ze het plezierig dat ze de e-lectures in hun eigen tijd kunnen bekijken, en dat ze kunnen terugkijken als dat nodig is, bijvoorbeeld vlak voor een toets.”
“Het responsiecollege in deze opzet betekent meer werk voor de studenten,” beaamt Karssenberg, “maar ze zijn wel vanaf het begin actief bezig met de stof en dat is positief.”
Voor hemzelf heeft deze opzet ook voordelen: “dezelfde e-lectures gebruik ik ook bij het afstandsonderwijs bij de master GIMA (Geographical Information Management and Applications) en voor onze eigen MOOC (massive open onlinecourse) voor postacademisch onderwijs over PCRaster-modelleersoftware.”
“Aantrekkelijk is ook dat ik niet steeds opnieuw het standaard college hoef af te draaien. Bij de contacturen kan ik nu de diepte in, omdat de e-lectures de basis behandelen. Dat geeft meer afwisseling in het vak.” Karssenberg denkt dat de e-lectures nog wel een paar jaar mee kunnen.
Vooraf opnemen
Het opnemen van de e-lectures vond hij ‘behoorlijk veel werk’. “Ze zijn korter dan gewone hoorcolleges en behandelen alleen de theorie. Voor het opnemen van een hoorcollege van 2 uur moet je, zeker in het begin, wel een hele middag rekenen. Vooral het eerste college kostte veel tijd: ik heb het thuis opgenomen met een webcam en speciale software, die nu trouwens door iedereen te gebruiken is. Ik moest leren dat je in de camera kijkt, ik had de techniek nog niet helemaal in de vingers. Daar ben ik wel een dag mee bezig geweest. Maar naarmate je het vaker doet, gaat het sneller. En in de studio’s met technische ondersteuning kan het zeker nog sneller.”
Een eerdere versie van dit interview verscheen in de onderwijsnieuwsbrief van juni 2015.