Logo Universiteit Utrecht

Educate-it bij GEO

Praktische Tips voor Kennisclips

Wil je zonder stress een goede kennisclip opnemen, houd dan rekening met een doorlooptijd van 6 weken. Het maken van een script is de belangrijkste fase: je moet dan bedenken wat je precies wilt laten zien en wat je wilt gaan vertellen. Je hebt waarschijnlijk al een hoorcollegepresentatie of ander materiaal dat als basis kan dienen voor kennisclips of e-lectures. Het is de kunst om uit dit materiaal  de essentiële informatie te halen die je wilt verbeelden in een clip. Het proces kan natuurlijk sneller of trager, afhankelijk hoe bedreven je bent in het maken van scripts. Heb je al een basispresentatie en ervaring met het opnemen van clips, dan kun je in principe binnen een dag een kennisclip opnemen.

Wil je didactische en/of technische ondersteuning bij het opnemen van hoorcolleges of kennisclips, dan kun je die aanvragen bij Claudia Heres.

Er zijn twee mogelijkheden om kennisclips op te nemen. Let op: 2 werkdagen van tevoren een account aanvragen is nodig om aan de slag te kunnen met MyMediasite.

  1. In de Do-It-Yourself studio. De DIY-studio bevindt zich in de bibliotheek (UBU) ruimte 2.48. De studio is vijf dagen per week te boeken van 9.00 tot 17.00 uur. In deze studio kun je zelfstandig en gratis een kennisclip opnemen.

Meer informatie over aan de slag in de DIY-studio vind je op de site van Educate-It.

  1. Vanaf je eigen werkplek. Hiervoor kun je gebruik maken van de webapplicatie MyMediasite.

Maak gebruik van de handleiding over MyMediasite.

  • Een college opnemen zonder publiek duurt ongeveer de helft korter dan een live-college.
  • Deel je verhaal in logische blokken op en bied het ook op die manier aan. Studenten kunnen dan efficiënter en effectiever de aangeboden video’s bestuderen zonder dat ze hun aandacht verliezen.
  • Maak opnames die tussen de 5 en 10 minuten duren. 5 minuten is ideaal. Dit vereist veelal een andere ordening van je collegestof.
  • Bereid je opnames van te voren goed voor: welke tekst hoort bij welke sheet? Maak van te voren een script.
  • Oefen je tekst.
  • Maak de opname aantrekkelijk, door op locatie te filmen of maak gebruik van een lightboard of whiteboard.
  • Maak gebruik van voorbeelden.
  • Je hebt verschillende opname-opties: alleen sheets met geluid, of jijzelf en de sheets in beeld, of alleen jijzelf in beeld. Studenten vinden het prettig om mee te kunnen lezen. Daarnaast geven ze er de voorkeur aan om ook de docent zelf in beeld te zien, optie 2 dus.
  • Je kunt ook kiezen voor een duopresentatie of een interview: dat komt vaak levendiger over dan een ‘talking head’. Maak ook voor het interview een script.
  • Een script heeft een begin, midden en eind.
  • Bedenk een sterke opening.
  • Formuleer voor jezelf een kernboodschap: wat moet bij de student blijven hangen na het bekijken van de kennisclip?
  • Benoem de concrete leerdoelen van de clip meteen aan het begin van je kennisclip.
  • Wees expliciet: leg goed uit wat belangrijk is en waarom.
  • Als je een punt wilt herhalen, gebruik dan een andere invalshoek.
  • Gebruik spreektaal.
  • Maak het persoonlijk. Vertel bijvoorbeeld waarom het onderwerp voor jou belangrijk is, of waarom jij het een boeiend onderwerp vindt.
  • Verbind de kennisclip aan een leeractiviteit door er vragen en/of een opdracht aan te koppelen.
  • Als je over een onderwerp meerdere clips maakt, verwijs dan naar eerdere en naar volgende clips.
  • Sluit af met een actiepunt: wat moet de student gaan doen als hij/zij de clip heeft bekeken?
  • Ook tijdens de kennisclip kun je de student een opdracht geven: de student kan de presentatie stopzetten, nadenken over de vraag en verder gaan.
Druk hier voor een voorbeeld van een simpel script.
  • Maak van te voren een heldere structuur.
  • Laat in het begin – bijvoorbeeld op je eerste sheet – zien wat je in de kennisclip gaat behandelen.
  • Een presentatie heeft op iedere sheet een duidelijke hoofdtitel.
  • Gebruik korte begrippen, titels of onderwerpomschrijvingen, geen verhalende teksten.
  • Maak de presentatie visueel aantrekkelijk met ondersteunende beelden.
  • Maak geen gebruik van ingewikkelde overgangen.
  • Gebruik een schreefloos, dik lettertype.
  • Gebruik eenvoudige grafieken.
  • Maak de sheets niet te vol.
  • Geef je sheets een neutrale achtergrond.
  • Als je presentatie klaar is, kijk er dan nog eens kritisch naar: staat er niet te veel tekst op een slide, maak je goed gebruik van ondersteunende beelden, staat er geen dubbele informatie op?
  • Kijk niet over de camera maar recht in de lens, daar zit je publiek.
  • Zorg voor een duidelijke start door 3 seconden te wachten voordat je begint met praten.
  • Trek de kijker er als het ware meteen bij.
  • Vertel alsof je het publiek voor je hebt zitten.
  • Start per topic met een overzicht van wat je gaat vertellen en eindig met een samenvatting van wat je hebt verteld.
  • Maak je voordracht zo levendig mogelijk door bijvoorbeeld goed gebruik te maken van intonatie, variatie in volume en ondersteunende gebaren. Breng nadrukkelijk vertragingen in of stel een vraag.
  • Handbewegingen ter ondersteuning werken prima, maar houd rust in je bewegingen.
  • Spreek niet te snel en articuleer goed.
  • Formuleer helder en gebruik korte zinnen.
  • Haal adem voordat je naar de volgende sheet gaat, daarmee las je een natuurlijke rustpauze in.
  • Je kunt gaan zitten of staan. Als je liever staat: beweeg niet naar opzij maar naar voren, daarmee maak je weer extra contact met je kijker.
  • Er moet een (vaste) pc of laptop aanwezig zijn.
  • De kwaliteit van het geluid is belangrijk. Gebruik altijd een goede microfoon en zet die ook aan.
  • De beste plaats voor de microfoon is zo’n 12-15 cm van je mond, Let erop dat de microfoon in de richting wijst waarin je spreekt.
  • Vermijd geluidsoverlast.
  • Het moet licht genoeg om te kunnen filmen. Film je in je eigen omgeving, maak dan een proefopname en bekijk of je duidelijk in beeld bent. Als het nodig is, zet er dan een extra lamp bij (niet in beeld).
  • Als de opnames niet in een vast ingerichte ruimte worden gemaakt, houd er dan rekening mee dat de cameraman/-vrouw tijd nodig heeft om de opnameapparatuur en licht te installeren.
  • Gebruik je een eigen laptop, zet dan screensavers uit.
  •  Draag ‘rustige’ kleding. Kleuren als middenblauw, middengrijs of lichte pasteltinten komen het beste over. Wit, rood, drukke motieven, grote witte/zwarte vlakken, streepjes, kleine puntjes of visgraatpatroon geven problemen bij het focussen van de camera.
  • Vermijd glanzende of rinkelende juwelen.
  • Het is handig als je kleren draagt waarop de microfoon makkelijk te bevestigen is.

Share